DURFPUNT
Intensief behandelteam angst- & dwangstoornissen
Waarom?
– Exposuretherapie is de belangrijkste component in de behandeling van angststoornissen en obsessief-compulsieve stoornissen, zoals ook te zien in de GGZ-richtlijnen1.
– Exposuretherapie wordt wereldwijd te weinig aangeboden (en vaak niet op de juiste manier wanneer het wel gebeurt)2.
– Daar zijn meerdere verklaringen voor, o.a. de voorzichtigheid en angst van de psycholoog zelf, en organisatorische beperkingen3.
– Internationaal leidt het besef hiervan tot nieuwe behandelmodaliteiten om de oude interventie exposuretherapie méér en beter tot bij patiënten te krijgen, zoals het intensiever aanbieden (langere sessies en meer sessies op korte termijn) en in de relevante contexten zoals bij mensen thuis.
– De discrepantie tussen wat we weten dat werkt uit onderzoek en wat er aangeboden wordt in de klinische praktijk is trouwens niet enkel een probleem bij exposuretherapie maar een breder probleem in de GGZ4. Implementatiewetenschap zet hierop in.
Wij bij Durfpunt doen er alles aan om exposuretherapie bij patiënten te krijgen:
– Aan huis of in relevante contexten
– In blokken van halve of hele dagen
– Binnen een korte tijdspanne – vaak in 3 of 4 weken
– Gebruik makend van alle inzichten uit klinisch onderzoek én implementatiewetenschap
Voor wie?
Volwassenen (vanaf 16 jaar) met:
– Obsessief-compulsieve stoornis
– Paniekstoornis
– Sociale angststoornis
– Faalangst
– Fobieën
Voorbeeldcasus 1:
Pieter (42 jaar) heeft sinds 5 jaar last van zijn obsessief-compulsieve stoornis. Bij de intake wordt duidelijk dat zijn compulsies (bv. het uitgebreid poetsen van de keuken) eenzelfde functie hebben: “als ik deze compulsies niet doe, dan gaat er iemand van mijn gezin ziek worden en sterven”. Dit uit zich o.a. in smetvrees.
Na het invullen van online vragenlijsten volgt een intake van een halve dag.
Hierna krijgt Karel een behandelplan gepresenteerd met daarin:
– 3 volledige dagen aan huis in een periode van 2 weken waarbij een Durfpunt-behandelaar met Pieter allerlei oefeningen doet om zijn ‘als-dan-gedachte’ uit te dagen (exposure met responspreventie), zoals bewust vuil van buiten binnen brengen en koken voor zijn kinderen zonder het wassen van zijn handen.
– Op één van deze dagen vindt ook een gesprek met zijn partner plaats waarin zij leert wat OCS precies is en hoe het vermijdingsgedrag van Pieter dit in stand houdt. Er worden afspraken gemaakt over hoezij kan helpen om Pieter te motiveren en niet langer mee te vermijden (bijvoorbeeld zaken in huis terug mogen gebruiken en vuil mogen maken).
– 1 halve dag 3 weken later.
Pieter kreeg doorheen dit traject huiswerkopdrachten, zijn Durfpunt-behandelaar volgde op om te zien of hij dit deed.
Voorbeeldcasus 2.
Laïla (19) had 1 jaar geleden een paniekaanval en is sindsdien angstig dat dit opnieuw gebeurt in sociale situaties. In de intake wordt duidelijk dat haar angstige verwachting de volgende is: “als ik dat opnieuw krijg, ga ik de controle verliezen en gek worden”. Ze was altijd eerder introvert en sociaal angstig, ook tijdens het consult laat ze haar moeder het woord voeren. Haar levenskwaliteit is beperkt door deze problemen, ze is net gestart in het hoger onderwijs maar durft nauwelijks lessen te volgen in de aula’s, en contact te maken met jaargenoten.
Na een intake van een halve dag krijgt Laïla een behandelplan gepresenteerd:
– 1 halve dag gericht op paniekstoornis (interoceptieve exposure, vb. hyperventilatie-provocatie, ter plaatse springen, …)
– 1 volledige dag gericht op interoceptieve exposure in sociale situaties (exposure in vivo), o.a. hijgend toekomen in een aula
– 1 halve dag gericht op sociale angst (exposure in vivo, vb. voorbijgangers om hun mening vragen over paniekaanvallen, ongemakkelijke dingen vragen in de winkel, …)
– 1 oefendag met andere patiënten met sociale angst (exposure in vivo)
– 1 halve dag 1 maand later
Kostprijs en visie
Intake (3u) = €380
1 behandelblok (3u) = €330
Oefendag met anderen = €200
We zijn ons bewust van de hoge kostprijs voor patiënten maar kiezen ervoor om compromisloos deze evidence-based behandeling aan te bieden. De kwaliteitscriteria die we gebruiken kosten tijd en geld:
– elk behandelplan wordt op een teamvergadering besproken
– behandelaars nemen deel aan tweewekelijkse intervisie
– elke intake wordt ondersteund door gestandaardiseerde metingen
– elk behandelplan wordt toegelicht aan de patiënt waardoor patiënten geïnformeerd kiezen voor een concreet afgelijnd behandeltraject
– elk behandeltraject wordt geëvalueerd met herhaaldelijke metingen (post-meting 3 maanden na intake, follow-up nog eens 6 maanden later)
– elke behandelaar is een master in de psychologie met eerdere werkervaring op het gebied van exposure therapie
– elk teamlid neemt deel aan de beleidsvergaderingen
We meten elke therapie (pre, post en follow-up) en zullen met deze data de nood aan terugbetaling voor dit soort gespecialiseerde psychologische behandelingen op termijn onderbouwen.
In landen waar intensieve exposuretherapie terugbetaald wordt is dit steeds een tweedelijnsaanbod. Wij hopen met ons aanbod een hiaat te vullen in de 2e lijn, en zo bijvoorbeeld een alternatief te kunnen zijn voor sommige patiënten die nu eerder in lange trajecten met opname(s) terecht komen.
Doorverwijzen
Kan via het aanmeldingsformulier op onze site – durfpunt.be
Durfpunt bestaat uit…
Annemarie Van Engeland – dr. Kris Martens – prof. dr. Sara Scheveneels
Meer info? Wij lichten onze werking graag toe en/of geven graag vorming over diagnostiek en behandeling van angst en dwang. Telefonisch, in jullie praktijk, op een LOK, …
- Akwa GGZ. (z.d.) Angstklachten en angststoornissen. GGZ standaarden. Link hier.
Of de BMJ Best Practices voor Panic Disorder hier.
Over de discussie van wat precies werkzaam is in protocollen van cognitieve gedragstherapie, zie bijvoorbeeld:
Bouchard, S., Gauthier, J., Laberge, B., French, D., Pelletier, M. -H., & Godbout, C. (1996). Exposure versus cognitive restructuring in the treatment of panic disorder with agoraphobia. Behaviour Research and Therapy, 34(3), 213–224. https://doi.org/10.1016/0005-7967(95)00077-1
Carey, T. (2011). Exposure and reorganization: The what and how of effective psychotherapy. Clinical Psychology Review, 31(2), 236-248. https://doi.org/10.1016/j.cpr.2010.04.004
↩︎ - Becker, C. B., Zayfert, C., & Anderson, E. E. (2004). A survey of psychologists’ attitudes towards and utilization of exposure therapy for PTSD. Behaviour Research and Therapy, 42(3), 277–292. https://doi.org/10.1016/s0005-7967(03)00138-4
Sars, D., Van Minnen, A. (2012). Het gebruik van exposure bij de behandeling van angststoornissen in Nederland: een onderzoek onder cognitieve gedragstherapeuten. Gedragstherapie, 45, 259-314.
De Jong et al. (2020). Therapists’ characteristics associated with the (non-)use of exposure in the treatment of anxiety disorders in youth: A survey among Dutch-speaking mental health practitioners. Journal of Anxiety Disorders, 73, 1-8.
↩︎ - Deacon, B. J., Farrell, N., Kemp, J. J., Dixon, L. E., Sy, J. T., Zhang, A., & McGrath, P. J. (2013). Assessing therapist reservations about exposure therapy for anxiety disorders: The Therapist Beliefs about Exposure Scale. Journal of Anxiety Disorders, 27(8), 772–780. https://doi.org/10.1016/j.janxdis.2013.04.006
Harned, M. S., Dimeff, L. A., Woodcock, E. A., & Contreras, I. (2013). Predicting adoption of exposure therapy in a randomized controlled dissemination trial. Journal of Anxiety Disorders, 27(8), 754–762. https://doi.org/10.1016/j.janxdis.2013.02.006
Pittig, A., Kotter, R., & Hoyer, J. (2019). The Struggle of Behavioral Therapists With Exposure: Self-Reported Practicability, Negative Beliefs, and Therapist Distress About Exposure-Based Interventions. Behavior Therapy, 50(2), 353–366. https://doi.org/10.1016/j.beth.2018.07.003
↩︎ - Bauer, M. S., & Kirchner, J. (2020). Implementation science: What is it and why should I care? Psychiatry Research, 283, 112376. https://doi.org/10.1016/j.psychres.2019.04.025
Waller, G., & Turner, H. (2016). Therapist Drift Redux: Why well-meaning clinicians fail to deliver evidence-based therapy, and how to get back on track. Behaviour Research and Therapy, 77, 129–137. https://doi.org/10.1016/j.brat.2015.12.005
↩︎